Niemandszoon (2023) is de derde roman van auteur Chris van Hassel (1960). Het verhaal draait om Lowie, ook wel bekend als Lowieke, die samen met zijn moeder woont. Als hoogbegaafde jongen heeft hij een andere kijk op het leven dan zijn leeftijdsgenoten, wat hem uitdagingen oplevert en vaak een gevoel van buitensluiting op school veroorzaakt. Thuis gaat het ook niet goed. Zijn vader is plotseling verdwenen en zijn moeder verwaarloost hem door haar overmatig alcoholgebruik en omgang met een man die de situatie alleen maar erger maakt. Het gemis van zijn vader heeft een enorme impact op Lowie, waardoor hij wanhopige pogingen onderneemt om erachter te komen waar zijn vader is gebleven.
De cover van de roman, met daarop een afbeelding van een blauwe reiger, sluit naadloos aan bij het verhaal en illustreert perfect het probleem waar ‘einzelgänger’ Lowie mee worstelt:
‘Ben ik de reiger z’n pratende variant? Een geboren reiger; solistisch broed van een verloren gereden trucker en een egomane, haar frustraties verzuipende lellebel? Ben ik reiger tegen m’n wil misschien? Reiger onbewust, tot vandaag? Reiger vanwege het mij door een IQ-test opgedrongen bovengemiddeld intellect, vanwege de dwangbuis van hoge verwachtingen waar ik als zogenaamd hb-kind in opgesloten zit, vanwege mijn koperharige of iele verschijning, of vanwege m’n Wibrakloffies of m’n jampotjes?’
Gedurende het hele verhaal laat Lowie zijn ongezouten mening over maatschappelijke kwesties horen. Verschillende onderwerpen worden aangesneden, zoals het vluchtelingenprobleem, genderneutraliteit, stigmatisering en hokjesdenken, nationalisme en werkloosheid. Deze thema’s komen vaak ter sprake in gesprekken met zijn vrienden, waarbij de vorming van een mening en het belang van vrijheid van meningsuiting centraal staan. Het is opmerkelijk dat deze standpunten zo expliciet naar voren komen in een roman, zeker in deze tijd. Het voelt als een frisse wind in de literatuur.
Er is niets mis met het expliciet tonen van de gedachten en meningen van personages als schrijver, omdat clichés hierdoor vermeden kunnen worden. Echter, als lezer kan er wel een opmerking geplaatst worden. In de hoofdstukken waarin Lowie tijd doorbrengt met zijn ‘besties’, neemt zijn mening bijvoorbeeld veel ruimte in beslag, waardoor het minder duidelijk wordt hoe belangrijk zijn twee vrienden eigenlijk voor hem zijn. Ondanks dat Lowie meerdere keren zegt dat ze ‘besties forever’ zijn, overschaduwt zijn gedachtegang de uitwerking van deze vriendschap. Pas aan het einde van de roman voel je pas echt de emotie die deze vriendschap met zich meebracht en het belang ervan voor de ontwikkeling van Lowie als personage.
Daarnaast trek ik soms vraagtekens bij het taalgebruik van Lowie. Ondanks zijn hoogbegaafdheid en zijn vermogen om goed te observeren en snel te leren, gebruikt hij regelmatig moeilijke woorden en maakt hij lastige vergelijkingen die zelfs voor deze bijzondere jongen niet passend lijken. Lezen we een verhaal over een onbegrepen jonge man die zijn weg probeert te vinden of is dit eerder een pamflet voor het vrije woord? Beide opties zijn prima, maar soms is het lastig om vast te stellen wat het doel achter deze roman precies is.
Het tweede deel van de roman, getiteld ‘Lowie’, doet ons nadenken over of de hoofdpersoon zich heeft losgemaakt van de invloed van zijn moeder en het gemis van zijn vader. Van Hassel laat ons zien dat maatschappelijke problemen daadwerkelijk impact hebben op individuele levens. Het is bewonderenswaardig hoe de auteur het personage vormgeeft. Lowie behoudt zijn scherpe tong, maar door een emotionele verandering in zijn karakter kunnen we ons als lezers beter inleven in hem. Op stilistisch vlak is dit ook het beste gedeelte van de roman. De beeldende stijl en thematiek doen denken aan Jeroen Brouwers, die ook meerdere keren genoemd wordt in het verhaal. Het tweede deel geeft echter soms een gehaast gevoel, met name omdat het eerste deel over Lowie’s jeugd zo gedetailleerd is uitgewerkt en we dit ook in het tweede deel willen zien.
Al met al kunnen we concluderen dat Niemandszoon van Chris van Hassel een gedurfde roman is die scherp geschreven is. Het vrije woord krijgt voldoende ruimte in het verhaal en dat mogen we binnen de literatuur meer waarderen.
Auteursrecht Anna Husson.