In het boek Dagen van glas (2023) van schrijfster en filosofe Eva Meijer (1980) wordt een gezin met drie leden geportretteerd die elk op hun eigen manier worstelen met concepten als tijd en identiteit. Tijdens moeilijke momenten ziet de moeder een vreemde vrouw in de spiegel, ervaart de dochter angst voor het verstrijken van de dagen en heeft ze moeite om haar plek in de wereld te vinden, terwijl de vader zich meer richt op het verleden door het lezen en bestuderen van (liefdes)brieven tussen twee vrouwen. Het verhaal onderzoekt onder andere de betekenis van tijdsverloop en benadrukt dat aandacht het enige middel is om jezelf te beschermen tegen het machteloze gevoel dat gepaard gaat met het verstrijken van de tijd.
De personages van Meijer lijken wellicht ongelukkig, maar in werkelijkheid zijn ze dat niet. Ze zijn zich zeer bewust van de beperkingen en afleidingen die het leven met zich meebrengt ten opzichte van belangrijke zaken. We ervaren een tegenstrijdig verlangen – enerzijds willen we graag deelnemen aan het leven, anderzijds verlangen we er ook naar om erbuiten te staan en er niet bij te horen. De schrijfster brengt in haar roman dus een maatschappelijk probleem aan het licht en de kloof tussen ons en de wereld kan mogelijk alleen overbrugd worden door toewijding aan iets, zoals de vader zich toewijdt aan het literaire onderzoek.
Natuurlijk mag de lezer verwachten dat Meijer, gezien haar filosofische achtergrond, ook enig denkwerk aan de lezer schenkt. Het spiegelmotief in het verhaal verbindt ze met de filosoof Foucault. Spiegels stellen namelijk de werkelijkheid ter discussie. Later in de roman noemt ze Sartres concept van walging en koppelt ze dat aan de gevoelens van haar personages die allemaal worstelen met existentiële problematiek. Zelfs wanneer de schrijfster geen bekende filosofen benoemt, voel je als lezer nog steeds de filosofische aard van het boek. Tijdens het lezen vorm je namelijk een begrip van jezelf, van een wereld waar je tot dan toe automatisch mee samenviel. Dit onderstreept Meijers vermogen om complexe ideeën op een toegankelijke manier te beschrijven.
‘Ik wil dit niet, zeg ik hardop. Ik heb hier ook niet om gevraagd. De mensen in de supermarkt deden het gewoon, leven, alsof er niets aan de hand is – waarom komt niemand in opstand tegen de tijd? Het is toch verschrikkelijk dat alles voorbijgaat?’
‘We hebben te weinig woorden voor gevoel’, lezen we. Desondanks slaagt Meijer er wel degelijk in om op een genuanceerde en prachtige manier complexe gevoelens en menselijke relaties weer te geven. De eenzaamheid van de moeder en het verlangen van haar dochter om ergens bij te horen, worden gecombineerd met het emotionele leven van de vader. Meijer slaagt er ook perfect in deze sfeer over te brengen door gedetailleerde beschrijvingen van de omgeving. Het verlaten huisje bijvoorbeeld, waar eerst de moeder verblijft en later de dochter, wordt op een prachtige manier beschreven met eenvoudige woorden en korte zinnen. Hoewel het lijkt alsof er sprake is van een nuchtere schrijfstijl, behandelt het boek emotionele thema’s en onderzoekt het waarom mensen voortdurend manieren zoeken om het leven draaglijker te maken.
De gereserveerde, maar toch emotionele stijl, de prachtige beschrijvingen van de natuur en de fragmentarische innerlijke monologen van goed ontwikkelde personages maken Dagen van glas tot een uitstekende roman van hoog niveau. Eva Meijer heeft al veel geschreven, maar deze roman mag niet ontbreken op het leeslijstje van literatuurliefhebbers.
Auteursrecht Anna Husson.