Boekrecensies

Dezelfde maan van Dorien Dijkhuis blijkt helaas niet te voldoen aan de hooggespannen verwachtingen.

Dorien Dijkhuis, geboren in 1978, heeft haar debuut gemaakt in 2019 met de gedichtenbundel genaamd Waren we dieren. In deze bundel beschrijft zij op subtiele wijze de relatie tussen mens en wereld. Een terugkerend thema in deze bundel is de maan, die overal ter wereld zichtbaar is en waar men gezamenlijk op een afgesproken tijdstip naar kan kijken. Het is interessant om op te merken dat Dijkhuis haar debuutroman Dezelfde maan heeft genoemd, wat ongetwijfeld verband houdt met haar eerdere bundel. Hoewel het niet ongewoon is dat een dichter zich aan een roman waagt, blijkt dit niet altijd succesvol te zijn. Het schrijven van gedichten vereist namelijk andere vaardigheden dan het schrijven van een roman. Hoe zit dit bij Dijkhuis?

De roman Dezelfde maan volgt een vrouwelijke protagonist die, na een ingrijpende gebeurtenis, haar toevlucht zoekt op een eiland. Te midden van de weelderige natuur, het rijke dierenleven en de aanwezigheid van andere mensen, reflecteert zij op de gebeurtenis en hoe deze verweven is met andere aspecten van haar leven. Welke keuzes hebben geleid tot het huidige verdriet dat zij ervaart? In hoeverre kennen wij onze geliefden werkelijk wanneer alles plotseling op het spel staat? Kunnen wij wel de juiste richting in ons leven kiezen wanneer iemand anders ook een rol speelt?

Dijkhuis heeft ervoor gekozen om haar verhaal op een collage-achtige wijze te presenteren. Zij combineert poëzie, proza, wetenschappelijke informatie en citaten van belangrijke schrijvers en filosofen op een associatieve manier. Door de voortdurende afwisseling tussen deze elementen is het echter moeilijk om een rode draad te vinden en ontbreekt de samenhang die noodzakelijk is om het centrale verhaal van de roman op te bouwen. Een zorgvuldige lezer zal opmerken dat Dijkhuis haar best heeft gedaan om ons mee te nemen in het verhaal van haar personage, maar de roman mist een duidelijk leitmotiv.

Het springerige karakter van het verhaal en het ontbreken van een rode draad leiden helaas ook tot een zekere afstandelijkheid. Een illustratie hiervan is de zin “Vertel me eens iets wat ik nog niet weet”, die herhaald wordt zonder verdere uitleg over de oorsprong ervan. Wie stelt deze vraag en waarom? Daarnaast worden er na deze vraag telkens verschillende feiten gepresenteerd, zoals de geleidelijke oostwaartse verschuiving van de Waddeneilanden, maar het verband tussen deze feiten, de vraag en het leven van de protagonist blijft onduidelijk. Het is steeds zoeken naar puzzelstukjes die de schrijfster heeft verstopt. Hoewel onbeantwoorde vragen kunnen bijdragen aan de spanning van het verhaal, veroorzaakt het gebrek aan informatie met betrekking tot de protagonist in dit geval dus verwarring en afstandelijkheid.

Er zijn passages in de roman van Dijkhuis waarin het verhaal wel goed tot zijn recht komt, met name wanneer zij de thematiek van het maken van keuzes behandelt. Op deze specifieke momenten slaagt zij erin diepgang te creëren in het emotionele leven van haar personages. Zij illustreert dit door middel van korte dialogen tussen een vriendin, ex-vriend of zelfs een therapeut. Het is juist op deze bladzijden dat het verhaal zich ontvouwt en betekenis krijgt:

Zo veranderde uiteindelijk alles. Want zonder dat ik er erg in had, was er iets in me begonnen te groeien: het verlangen naar een kind. Als ik nu denk aan die tijd, voel ik iets dat op schaamte lijkt. Ik deed alsof ik nog steeds geen keuze had gemaakt. Maar in werkelijkheid had ik een deur gekozen en was erdoorheen gestapt. Hoewel stappen te stevig klinkt. Te zeker wetend. Ik twijfelde nog steeds over alles. Of ik een goede moeder zou zijn, of het kind gezond zou zijn, of ik zou blijven schrijven. Maar het waren twijfels die gevoed werden door angst, zei de therapeut. Angst zetelt in het hoofd, niet in het hart. In het hart wonen de verlangens, de wensen en de dromen. Wat ze óók zei: het hart is geen eiland.’

De schrijfstijl die Dijkhuis hanteert in haar roman is van poëtische aard, soms melancholisch en ernstig. Dit getuigt zonder twijfel van haar schrijftalent. Echter, het probleem dat zich blijft voordoen in de roman is dat de lezer geen mogelijkheid krijgt om een concreet verhaal te vormen. Ondanks de mooie wijsheden afkomstig van diverse filosofen en schrijvers, zoals Milan Kundera (1929-2023), ontbreekt er een connectie vanwege het fragmentarische karakter van de roman. Het is betreurenswaardig dat het veelbelovende experiment van Dijkhuis niet heeft geleid tot het gewenste resultaat.

Auteursrecht Anna Husson

Deel Bevlogen Letteren