Boekrecensies

In Ik ga naar de schapen schrijft Marieke de Maré op een bondige, maar indrukwekkende manier over zwijgen, liefde en ouderschap.

 


Het boek Ik ga naar de schapen van Marieke de Maré (1985) speelt zich af in een ogenschijnlijk serene omgeving. De lezer wordt meegenomen in het leven van Simone en Andrej, een langdurig samenlevend stel dat zich met elkaar uitdrukt middels korte, haast betekenisloze zinnen. Hun dochter, een beeldend kunstenaar, heeft sinds ze het ouderlijk huis heeft verlaten weinig contact met hen. Daarnaast is er ook nog Simone’s moeder, die vanwege dementie niet meer in staat is om te spreken en verblijft in een verzorgingstehuis. Het centrale thema van deze roman is dan ook zwijgzaamheid.

Het verhaal ontvouwt zich gedurende een aantal weken waarin er weinig noemenswaardige gebeurtenissen plaatsvinden. Simone neemt de taak op zich om het huis schoon te maken en brengt bezoeken aan haar moeder, terwijl Andrej zich bezighoudt met de verzorging van de schapen. De vriend van het stel gaat dagelijks naar zijn werk als begrafenisondernemer. Alles verloopt volgens een vast schema en de gebruikelijke gewoontes worden nageleefd, zonder dat er sprake is van diepgaande gesprekken. De vraag “hoe gaat het?” wordt consequent beantwoord met “goed”. Echter, bij deze vraag begint er iets te knagen, want de oplettende lezer bemerkt al snel dat het niet goed gaat met de personages en dat er zich onder de oppervlakte van alles afspeelt.

‘Hoe weet Simone of haar herinneringen echt zijn? De momenten van toen bestaan al lang niet meer, zijn door de tijd heen vervormd, bewegen zich weg van de werkelijkheid, werden al zoveel keer verzonnen om ze tegen wil en dank vast te houden.’

De roman van De Maré weerspiegelt het stilzwijgen ook in de vormgeving. Talrijke pagina’s blijven leeg en woorden worden herhaald of vervangen door boodschappen met een identieke betekenis. Hoewel de schrijfster spaarzaam is met beeldspraak en de taal de stilte representeert, maakt zij wel gebruik van symboliek. Hierin schuilt de kracht van de roman. Gebeurtenissen die op het eerste gezicht alledaags lijken, blijken uiteindelijk een diepere symbolische betekenis te dragen. Het bezoek aan de schapen symboliseert bijvoorbeeld een moment van introspectie en bezinning. De onschuldige blik van de schapen roept gevoelens van zuiverheid op. De geboorte van hun dochter Tove wordt beschouwd als een teken van onvervalst geluk, waarvoor geen woorden nodig zijn. Ondanks het gebrek aan dialogen tussen de personages, valt er veel te ontdekken tussen de regels door.

‘We hebben allebei ons best gedaan, Simone, om te tonen dat het goed met ons gaat. En het is gelukt’.

Simone slikt opvallend haar speeksel weg.

‘Trouwens. Denk jij ook vaak dat wij een eersterangs schaap hebben gemaakt?’

Het raadsel dat de personages in deze roman bezighoudt, symboliseert de complexiteit van het leven zelf. Het omvat onder andere het onoplosbare vraagstuk van goed ouderschap en de onzekerheid of men van de ene op de andere dag opnieuw kan beginnen. Het is bewonderenswaardig hoe de schrijfster deze diepgaande thematiek met een beperkt aantal woorden heeft weten te bespreken en alles op treffende wijze weet samen te brengen.

Ik ga naar de schapen van Marieke de Maré is een compact boek met een beperkt aantal woorden. Desalniettemin weet het zich te onderscheiden als een schitterend en gevoelig verhaal over het leven en de liefde, zelfs in situaties waarin communicatie moeilijk is.

Auteursrecht Anna Husson

Deel Bevlogen Letteren