Boekrecensies

Rinus van Alebeek legt in Verveling als deugd de nadruk op het belang van het zoeken naar stilte als middel om meer bewustzijn te creëren.

Toen De weg naar Oude God (1991) gepubliceerd werd, was de oorspronkelijke auteur van deze roman aanvankelijk onbekend. Het boek verscheen onder het pseudoniem Philip Markus, waardoor de ware identiteit van de auteur verborgen bleef. Uiteindelijk werd duidelijk dat Rinus van Alebeek betrokken was bij dit literaire experiment, zowel als schrijver, onderzoeker en redacteur. De roman werd bekroond met de Geertjan Lubberhuizen-prijs als erkenning voor zijn kwaliteit. Hoewel Van Alebeek romans onder zijn eigen naam heeft gepubliceerd, waaronder Verveling als deugd, ontbreekt wederom een foto van de auteur op de achterflap. Bij een eerste blik op de kaft en gedurende het lezen van de eerste hoofdstukken wordt onmiddellijk duidelijk dat de volledige aandacht gericht moet zijn op het boek zelf, en niet op de auteur. Het zijn dus de woorden die centraal staan.

In het boek Verveling als deugd (2024) beschrijft Van Alebeek zijn reis van Berlijn naar Italië, die plaatsvond precies een maand voor het uitbreken van de coronapandemie. Het hoofddoel van deze reis was om op te treden met zijn cassettebandjes, waaronder optredens in een jazzkelder, een boekenzaak en een platenzaak. Tijdens deze reis heeft Van Alebeek zorgvuldig observaties en ervaringen vastgelegd, naast zijn werkzaamheden om geluidsopnamen te maken. Het resultaat is een boekje waarin zijn zelfbenoemde ‘meesterschap’ in nietsdoen op treffende wijze naar voren komt.

‘Als alles en iedereen verdwijnt die duiding kan geven aan de omgeving, aan de stad die ze hebben gevormd en aan de stad waaruit zij zijn voortgekomen, dan zullen gebouwen en wijken hun oorspronkelijke betekenis verliezen. En als je eigen vocabulaire uit woorden en begrippen bestaat die afhankelijk zijn van die betekenis, dan verlies je natuurlijk niet alleen je spraak, maar muteer je tot vreemde.’

De ervaring van verveling tijdens de reis van Alebeek beperkt zich niet tot incidentele momenten, zoals die we wellicht kunnen ervaren in een wachtkamer. In plaats daarvan is het een voortdurende vorm van verveling. Deze vorm van inactiviteit kan worden gezien als een ‘verborgen grondstemming’ in tegenstelling tot de overheersende ‘mentaliteit van bezig zijn’, waarbij het vermijden van verveling juist het doel is. Betekent dit dat verveling enkel gevoelens van deugd oproept? Nee, gezien bepaalde hoofdstuktitels zoals “paniekaanval”, “onbekend” en “leegte”. Alebeek worstelt zelf soms ook met zijn plaats in een drukke wereld. Desalniettemin zijn juist deze hoofdstukken met een melancholische toon een verrijking voor de leeservaring.

Alebeek biedt de mogelijkheid om stilstand te ervaren en het leven op een andere manier te aanschouwen, zonder iets af te dwingen. De observaties, gedachten en overpeinzingen van de schrijver, met betrekking tot bijvoorbeeld objecten die hij tijdens een wandeling tegenkomt, stimuleren tot reflectie. Wat hij verwoordt, zijn overgangen naar bewustwording: geen dialogen, maar mensen, objecten en gebouwen hebben sporen achtergelaten en zijn van betekenis voor zowel Alebeek als voor ons. Tijdens het lezen ontstaat vaak de drang om bepaalde passages te onderstrepen, zoals bijvoorbeeld: “De tijd waarin men leeft kan niet worden gebruikt als excuus”, of: “Iedere dag keert terug naar zijn oorsprong en iedere dag geschiedt hetzelfde opnieuw, zij het op een andere wijze.” Zelfs nadat het boek is weggelegd, en men weer wordt opgeslokt door de hectiek van het druk zijn, blijven deze zinnen in het hoofd rondspoken.

De reis van Alebeek illustreert het verlangen van individuen naar controle over de wereld, ons denken en ons lichaam, als een manier om betekenis aan het leven te geven. Niettemin suggereert het boek dat momenten van verveling juist de ruimte creëren voor introspectie, waarin we diep kunnen nadenken en een vorm van gelukzaligheid kunnen ervaren. Pas op dat moment worden we ontvankelijk voor ervaringen die een diepe indruk op ons maken. Alebeeks ervaringen benadrukken dat juist de ogenschijnlijk “onzinnige” aspecten de kern van onze identiteit raken en het vermogen om daadwerkelijk aanwezig te zijn tussen mensen en dingen een uitdaging is in deze moderne tijd. Aldus kan alledaagse verveling deugdzaam zijn, omdat het ons dwingt om naar onszelf te kijken en pas dan openbaart de wereld zich op een andere, meer betekenisvolle manier.

‘Ik heb geen idee waarom ik me op zulke momenten, volkomen afzijdig van alles, in een oord waar alle handelingen tot een tijdelijk halt zijn gekomen, zo op mijn gemak kan voelen. Als er geen vriendin is en geen omhelzing waardoor je in het universum wegzinkt, dan is het zo’n moment van non-existentie in wezen het beste.’

Het lezen van Verveling als deugd wekt een gevoel van stilte op. Alebeek moedigt aan tot concentratie en aandacht voor de omgeving en de mensen om ons heen. Tijdens onze reis in het onbekende omarmen we het gevoel van verdwalen, zonder ons te veel te richten op het exacte eindpunt. Het draait allemaal om de waardevolle ervaring van het inactief zijn en daarvan leren, wat uiteindelijk meer vruchten afwerpt dan constant bezig zijn. Het is juist deze stille ervaring die ons leven verrijkt.

Auteursrecht Anna Husson

Deel Bevlogen Letteren