Boekrecensies

De Stasi-therapie is een uniek verhaal over wanneer het verlangen naar erkenning uit de hand loopt.

Als psycholoog is het ondenkbaar: een zelfmoord die rechtstreeks aan je therapie wordt gelinkt. Toch overkomt het Hans Barendregt, de hoofdpersoon en verteller in de vierde roman van schrijver Vincent Baumgart (1963), getiteld De Stasi-therapie (2024). Maar voordat Hans aan deze verontrustende zaak wordt gekoppeld, moet er eerst het nodige gebeuren.

De roman van Baumgart begint rustig met een schets van Hans. Hij beschrijft zichzelf als een typische Einzelgänger, maar speelt toch in een band om sociale contacten te onderhouden. Hans neemt zijn werk serieus en heeft goed inzicht in psychologische problemen. Hij behandelt vooral patiënten met een burn-out, maar met weinig succes: zijn kliniek draait in de min. Het knaagt aan hem dat andere klinieken hun cliënten veel sneller en effectiever helpen, waardoor mensen eerder weer aan het werk kunnen. Hans is teleurgesteld in zijn vakgebied, wat voor wrijving zorgt:

De psychiatrie en de psychologie zijn omgeven met een aura van troost. Als het geestelijk slecht met je gaat, kan je altijd nog bij een hulpverlener terecht, zo is het idee. De samenleving zet hulpverleners daarom graag op een voetstuk. Maar het moet wel bijzonder slecht met je gaan, wil deze mensensoort iets voor je kunnen betekenen.’

Op een dag stuit Hans op een televisiedocumentaire over de Stasi, de inlichtingendienst van de Duitse Democratische Republiek. Deze organisatie gebruikte verschillende overtuigingstechnieken om mensen te manipuleren tot ongewenste handelingen. Hans raakt bijna geobsedeerd door deze technieken en past ze toe op zijn eigen cliënten om hen te overtuigen snel weer aan de slag te gaan. De lezer zal niet verrast zijn als uiteindelijk duidelijk wordt dat het Hans ook om zijn eigen erkenning en een gevoel van belangrijkheid bij anderen draait. Hij gaat ver in zijn pogingen om dit te bereiken.

‘Ze wist niet dat ze eindelijk de echte Hans zag en niet de gepolijste Hans die vijftien jaar lang in de kliniek de invoelende therapeut had gespeeld. Ze kon niet begrijpen dat als het om overleven ging, ik tot alles in staat was. In een oorlogssituatie zou ik mijn best doen om vijandelijke soldaten neer te maaien, en als ik op een onbewoond eiland werd achtergelaten zou ik uiteindelijk mijn lotgenoten opeten, als ik er de kans voor kreeg. Mijn moraal verschilde niet van die van ieder ander, behalve dan dat ik van mezelf wist waartoe ik in staat was, en velen zichzelf wat dat betreft graag voor de gek houden.’

In de moderne literatuur komen thema’s zoals identiteit en zelfreflectie steeds vaker naar voren. Een opvallende auteur op dit gebied is Baumgart, die het thema ‘belangrijkheid’ op een interessante manier benadert. Zijn roman is geen typische ideeënroman, maar eerder een ‘idee roman’, een genre dat zich richt op het verkennen van een centraal idee of concept. Een bekende schrijver die deze stijl hanteert is Aldous Huxley, met zijn boek Brave New World. Deze roman biedt een kritische blik op de maatschappij en zet de lezer aan het denken over de mogelijke gevolgen van bepaalde ideologieën.

Bij Baumgart draait alles om de term ‘belangrijk’ en de zoektocht naar wat het betekent om belangrijk te zijn. Hij stelt via een literaire weg fundamentele vragen: Wat betekent het om belangrijk te zijn? Is belangrijkheid verbonden aan succes, of ligt het in de diepgang van persoonlijke relaties? De hoofdstukken waarin Hans zijn positie binnen de band probeert te versterken, zijn bijzonder intrigerend en zetten de lezer aan het denken. Met een ironische en humoristische toon biedt de roman een diepgaande reflectie op wat het betekent om echt belangrijk te zijn, of dat überhaupt mogelijk is, en hoe ver men daarvoor durft te gaan.

Baumgarts schrijfstijl kenmerkt zich door het gebruik van overdrijving en ironie. Door situaties soms bijna absurd te maken, weet hij de aandacht van de lezer vast te houden. Vooral in het laatste deel van de roman, waarin Hans als een soort goeroe door het leven gaat, belicht Baumgart de ernst van bepaalde kwesties zonder de lezer te overrompelen met directe confrontaties of een moraal. Het show-don’t tell-principe past hij in deze hoofdstukken uitstekend toe, waardoor je het boek met een onbehagelijk gevoel dicht slaat.

De Stasi-therapie van Vincent Baumgart is een bijzondere roman die draait om bekende thema’s, zoals identiteit. Baumgart verwerkt deze thema’s op een eigenzinnige manier in zijn verhaal. De roman reflecteert op de menselijke behoefte aan erkenning en benadrukt de tegenstrijdigheden die ontstaan tijdens de zoektocht naar een betekenisvolle identiteit. Daarnaast stelt het verhaal de vraag wat de rol van literatuur is. Naar mijn mening laat Baumgart zien dat literatuur niet moet voldoen aan verwachtingen, maar juist moet verstoren en grenzen moet verkennen, waarbij auteurs dus alle vrijheid verdienen.

Auteursrecht Anna Husson



Deel Bevlogen Letteren