Boekrecensies

Een Adam en Eva-verhaal, maar dan omgekeerd.


Met Het zwarte raam (2025) maakt Micha Hamel zijn romandebuut, het eerste deel van een ambitieuze klimaatcyclus die het persoonlijke en het apocalyptische op beklemmende wijze met elkaar wil verbinden. Hamel is een veelzijdig kunstenaar: componist, dichter en interdisciplinair maker. Zijn werk beweegt zich tussen opera, melodrama, musical en virtual reality, waarbij hij steeds op zoek is naar de spanning tussen vorm en urgentie. Het zwarte raam weerspiegelt deze kenmerken, maar blijft in bepaalde opzichten onder de gewekte verwachtingen.

Centraal staan een man en een vrouw die samenwonen in een klein huisje op een uitgestrekte witte vlakte. De vrouw schrijft in stilte aan haar boek, terwijl de man dagelijks vertrekt naar mysterieuze vergaderingen. Wat hij doet, moet naar eigen zeggen geheim blijven, uit angst dat de waarheid hun liefde en hun wereld zal vernietigen. Wanneer de vrouw een gedachtenlezer inschakelt, begint de werkelijkheid langzaam uit elkaar te vallen. De vraag rijst: wat is de ware aard van de dreiging buiten hun besloten wereld?

Hamel speelt met het idee van een omgekeerd Adam en Eva-verhaal: zij bevindt zich in een soort geïsoleerd paradijs, terwijl hij de rol van de verboden kennisdrager op zich neemt. In het Bijbelboek Genesis is het juist de vrouw die de kennis van goed en kwaad tot zich neemt en daardoor het paradijs verliest. 
In Het zwarte raam staat de vrouw uiteindelijk voor de keuze: blijft ze in onwetendheid of doorziet ze de verborgen werkelijkheid? Dit creëert een spannende dynamiek; zal ze haar geïsoleerde wereld behouden of de waarheid onder ogen zien, wat haar uit haar veilige wereld zou trekken – een omkering van de klassieke rollen.

Oorspronkelijk begon Het zwarte raam als muziektheatervoorstelling, in samenwerking met Orkater, kort na de coronapandemie. Hoewel de voorstelling lof ontving, bleef het publiek uit. De coronamaatregelen zorgden ervoor dat veel mensen nog terughoudend waren om culturele uitjes te maken. Deze beperkte zichtbaarheid leidde tot Hamels beslissing om het verhaal een tweede kans te geven, ditmaal in de vorm van een roman. Geen simpele bewerking van het oorspronkelijke werk, maar een literaire hervertelling die het verhaal ruimte biedt om te groeien, te verdiepen en nieuwe vragen op te roepen.

Toch blijft merkbaar dat Het zwarte raam zijn oorsprong als toneelstuk niet helemaal heeft losgelaten. De dialogen tussen de man en de vrouw nemen een zo dominante rol in dat de lezer minder in staat is om de wereld door de ogen van de personages zelf te ervaren. Het gevolg is dat je moeilijker in de sfeer kunt komen, en het ritme van de roman wordt verstoord. De spanning die nodig is om de mysterieuze en dreigende wereld op te bouwen, komt niet helemaal tot zijn recht. Daarnaast heeft Hamel weinig ruimte gelaten voor gedetailleerde beschrijvingen van de omgeving, waardoor de witte ruimte waarin het verhaal zich afspeelt ongrijpbaar blijft. Deze vaagheid roept verschillende interpretaties op, maar vermindert ook het gevoel van plaats en context.

Hoewel Hamel probeert je mee te nemen naar een mysterieuze en apocalyptische wereld, ligt de clou van het verhaal al veel te vroeg bloot. Halverwege de roman weet je al wat de vergaderingen van de man werkelijk inhouden en wat de dreiging buiten het huis betreft. Dit haalt de spanning uit het verhaal en maakt de rest van de gebeurtenissen voorspelbaar en minder geladen. Hamel lijkt een diepere boodschap te willen overbrengen, maar de manier waarop ondermijnt de kracht van het verhaal. Hij speelt met verschillende stijlen – poëtisch, filosofisch, apocalyptisch en zelfs absurd – in een poging om de thematiek te verdiepen. In plaats van je subtiel mee te nemen, zijn de filosofische intermezzo’s echter vaak geforceerd en storend. Vragen als “Wat is een huis?”, “Wat is een dak?” en “Wat is een muur?” lijken bedoeld om de fundamenten van ons bestaan te onderzoeken, maar komen over als nodeloze onderbrekingen.

Het toppunt van deze onderbrekingen is de stelling: “Wat is een pen? Een efficiënt instrument, dat in het digitale tijdperk in onbruik raakte, waarna de menselijke beschaving niet geheel onverwacht een vrije val inzette.” Deze poging om de vergankelijkheid van technologie en de maatschappij te reflecteren, komt over als een bijna pedante filosofie. Deze stijlbreuk haalt de lezer uit de sfeer en voegt geen diepgang toe aan het verhaal.

Het zwarte raam kent momenten van ambitie, maar de vertelling blijft beperkt. De nadrukkelijke focus op dialoog, het gebrek aan gedetailleerde beschrijvingen van de omgeving plus de vroegtijdige onthulling van de clou, maken het moeilijk om volledig in de wereld van het boek te stappen. De belofte van een beklemmende en apocalyptische realiteit wordt niet waargemaakt. Het boek stelt ons zeker voor interessante vragen, maar de manier waarop ze gepresenteerd worden, ondermijnt de kracht van het verhaal zelf.

Auteursrecht Anna Husson

Deel Bevlogen Letteren