Wie ik ben van Levi Jacobs is een roman die graaft in de innerlijke wereld van de dertigjarige Levi, een man die zich steeds verder verliest in de wurggreep van depressie en isolement. Het verhaal volgt zijn moeizame pogingen om verbinding te maken – zowel met zichzelf als met anderen – en schetst een pijnlijk portret van iemand die zich meer en meer van het leven en zijn relaties afsluit. Wanneer zijn doorgaans afstandelijke vader hem uitnodigt om samen naar het Fringe festival in Edinburgh te gaan, lijkt er een kans te komen om te praten, maar de woorden blijven uit, en het verlangen naar verbinding blijft onvervuld.
Levi is een man die zichzelf steeds verder afsluit. Zijn afstandelijkheid is niet zomaar een karaktertrek, maar een verdedigingsmechanisme tegen pijn. Dit wordt vooral duidelijk in de seksuele scènes die hij beleeft zonder emotionele betrokkenheid, en in de gespannen interacties met zijn moeder die altijd op het punt van escalatie staan. Deze relaties, of het gebrek eraan, benadrukken dat Levi alles wat hem zou kunnen raken afweert. De prijs van deze zelfbescherming is echter hoog: zijn wereld wordt steeds kleiner, zijn blik beperkter.
Een hindernis voor de lezer van Wie ik ben is het veelvuldig gebruik van het woord ‘ik’, waardoor de roman op sommige momenten gevangen lijkt in een eindeloze reflectie. De constante introspectie, hoewel essentieel voor de thematiek, zorgt ervoor dat de tekst hermetisch aanvoelt, alsof de roman zich steeds meer opsluit in Levi’s gedachten, waardoor een ander nauwelijks ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. Dit gebrek aan dynamiek en de afwezigheid van frictie van buitenaf beperken de diepgang van de relaties die de roman zou kunnen dragen. De focus op Levi’s innerlijke strijd neemt vaak de plaats in van een echte verkenning van de menselijke connecties die het verhaal leven zouden moeten geven.
Toch ligt de essentie van Wie ik ben niet in Levi’s zelfreflectie, maar juist in de manier waarop zijn identiteit zich vormt in de context van de relaties met anderen. Levi’s zelfbeeld is geen vaststaand gegeven, maar wordt voortdurend herzien door de manier waarop hij zich verhoudt tot zijn omgeving: zijn moeder, vader, broer, de vrouwen in zijn leven. Helaas blijven hun portretten vaak oppervlakkig en schetsmatig. Ze dienen vooral als middel om Levi’s innerlijke strijd te articuleren, waardoor ze niet kunnen uitgroeien tot volwaardige, complexe personages. Het ontbreken van scherpte in hun karaktertekening ondermijnt de kracht van de roman. Het contact met deze figuren zou Levi’s zelfontplooiing een noodzakelijk tegenwicht hebben kunnen bieden.
Het moment waarop Levi zijn vader vertelt dat hij niet meer wil leven, had het dramatische hoogtepunt van de roman moeten zijn – het moment waarop de emotionele intensiteit zich volledig zou ontvouwen. In plaats daarvan komt dit moment opvallend onderkoeld over. Het voelt eerder als een plotmatige, geforceerde poging om het verhaal wat lucht te geven, dan als een emotioneel geladen gebeurtenis. De erkenning van Levi’s wanhoop dringt nauwelijks door, waardoor de scène zijn potentieel mist en de diepere emotionele impact niet wordt bereikt.
De wanhoop van de hoofdpersoon blijft vaak ongrijpbaar, iets dat niet volledig in woorden te vangen is. Jacobs’ schrijfstijl is rauw en direct, en laat merken dat zelfs hij zich bewust is van de grenzen van de taal. Er zijn scènes die de diepte van de emotie niet kunnen bereiken, en dit voelt niet als een tekortkoming, maar als een moment van reflectie. Het is duidelijk dat Jacobs zich achter zijn schrijftafel bewust is geweest van de beperkingen van zijn eigen middelen. In deze momenten van stilte, waar de spanning tussen de personages voelbaar wordt zonder volledig uitgesproken te worden, slaagt Jacobs erin het onzegbare ruimte te geven.
Ondanks de rauwheid en de sterke thematiek ontbreekt het de roman soms aan dynamiek, door zich te veel te concentreren op de binnenwereld van de hoofdpersoon en weinig ruimte te laten voor de mensen om hem heen. Hoewel dit een verhaal is dat ook zijn eigen kracht vaak opgesloten houdt, biedt Wie ik ben een indringend portret van een man die zich gevangen voelt in zijn eigen geest.
Auteursrecht Anna Husson