Sytske Frederika van Koeveringe (1988) is zowel beeldend kunstenaar als schrijver. Haar debuutroman, getiteld Het is maandag vandaag, werd uitgebracht in 2017 en ontving positieve kritieken. In 2021 was Van Koeveringe genomineerd voor de Jan Hanlo Essayprijs met haar werk Dag nacht licht toch. Naast het schrijven van toneelstukken, essays, proza en poëzie voor gerenommeerde publicaties zoals NRC Handelsblad, de Revisor en De Groene Amsterdammer, heeft ze in januari 2024 haar nieuwste roman Meeloper uitgebracht.
Het verhaal in deze roman draait om Sien, een recent afgestudeerde van de kunstacademie. Ze hoopt geld te verdienen met zeefdrukken, maar omdat dit nog niet genoeg oplevert, heeft ze een ‘ernaastbaan’ in een winkel. Sien is constant bezig met de vraag of ze het werkende systeem begrijpt en dit wordt steeds belangrijker voor haar naarmate ze ziet dat werk alles in het leven beïnvloedt. Om een beter begrip te krijgen van het concept werk, interviewt Sien verschillende mensen en loopt ze een dagje met hen mee. Zo gaat ze bijvoorbeeld op pad met de vuilnisman, haar moeder, de kassière of een ambtenaar.
‘Ik word met steeds meer bewust van de alledaagsheid van werk. Dat iedereen voor iedereen werkt én er óók voor mij wordt gewerkt. Met welke beroepen kom ik dagelijks direct of indirect in aanraking, wie zijn die mensen hierachter? Wie zit er achter deze rol tape bijvoorbeeld? En wie waren die verhuizers die me zo vriendelijk en snel hebben geholpen? (..) Alles wat ik aanraak, waar ik naar kijk, wat ik ruik en voel: ik wil weten die erachter zit en hoe de mensen met elkaar zijn omgegaan vóór ik de spullen en dingen ontmoette. Door dit besef raak ik verstrikt in een web van hoe alles met alles verbonden is.’
Het schrijven van een boek over werk is niet nieuw. Er bestaan al verschillende non-fictie boeken die het onderwerp vanuit diverse perspectieven behandelen. Een roman schrijven over werk is echter een compleet andere uitdaging. Van Koeveringe is erin geslaagd om de juiste balans te vinden tussen het vermaken en meeslepen van de lezer in haar verhaal, terwijl ze ook nog wat denkwerk in de roman heeft verwerkt. De opbouw van het verhaal is uitstekend, blijft boeiend en komt geloofwaardig over. De problemen waarmee Sien worstelt zijn herkenbaar en tonen aan dat de schrijfster grondig onderzoek heeft gedaan voordat ze begon met schrijven.
Van Koeveringe geeft geen helder antwoord op de vraag naar de specifieke rol die werk speelt in ons leven. Het zou echter ook ongeloofwaardig zijn als ze probeert een vast beeld te schetsen van zo’n complex onderwerp. Ze wisselt de voor de hand liggende redenen om te werken, zoals het verdienen van geld voor onze basisbehoeften, af met verhalen over het filosofische en zingevende aspect van werk. Ze behandelt bijvoorbeeld de vraag wat liefde met werk te maken heeft, of wie we eigenlijk zijn op ons werk en hoe we onszelf presenteren. Dit alles heeft Van Koeveringe verweven in een verhaal dat genoeg humor bevat om boeiend te blijven. Op deze manier wordt het complexe onderwerp van werk op een luchtige wijze besproken, waardoor er nooit sprake is van verveling.
Het taalgebruik dat Van Koeveringe hanteert, past goed bij het personage Sien. Het is modern, met af en toe Engelse invloeden, korte zinnen en veel innerlijke gedachten. Hoewel het boek waarschijnlijk niet bekroond zal worden voor prachtige woorden en zinnen, is het verhaal toch humoristisch en herkenbaar. Op een eigenzinnige manier heeft Van Koeveringe dus een goede roman geschreven over de alomtegenwoordigheid van werk in ons leven.
Auteursrecht Anna Husson