Boekrecensies

De proloog van een familie-epos

Met Het zuiden zet schrijver Tash Aw (1971, opgegroeid in Maleisië) de toon voor een tetralogie over de familie Lim uit Maleisië. Het verhaal speelt zich af in 1997, tegen de achtergrond van de Aziatische financiële crisis. De familie keert terug naar een verwaarloosd landgoed nabij Johor Bahru, dat ooit symbool stond voor economische kracht en worteling, maar nu tekenen van verval en uitdroging vertoont. Voor de zestienjarige Jay wordt dit een beslissende zomer. Zijn vader stuurt hem het veld in om samen te werken met Chuan, de zoon van de opzichter. Tussen de jongens bloeit een intieme, voorzichtige liefde op: broos, ingesnoerd door de homofobe realiteit van het Maleisische platteland, en aangrijpend.

Aw kiest voor een meerstemmige aanpak. Naast Jay volgen we de innerlijke worsteling van zijn moeder Sui Ching, dochter van migranten, die zich binnen haar huwelijk verstikt voelt en in de terugkeer naar de boerderij de kans ziet om haar keuzes opnieuw te wegen. Haar echtgenoot Jack – ooit haar leraar, nu haar dominante partner – belichaamt juist de drukkende macht van traditie en patriarchale autoriteit. Ook Fong, Jacks halfbroer en opzichter van het land, komt aan bod: een man die getekend is door armoede, onvervulde ambities en de littekens van de familiegeschiedenis.

De personages zijn met elkaar verbonden door een diep gevoel van gevangenschap. Ze worstelen met verwachtingen, financiële beperkingen, genderrollen en de erfenis van migratie. Aw toont hoe persoonlijke vrijheid altijd ingekaderd is door bredere maatschappelijke structuren. Het landgoed fungeert daarbij als krachtige metafoor: een plek die tegelijk last en belofte draagt, waar verleden, traditie en hoop op vernieuwing voortdurend in elkaar overlopen.

Stilistisch kiest Aw voor soberheid: zijn proza is zorgvuldig, melancholisch en vaak afstandelijk. De indirecte vertelwijze en het vermijden van sentiment sluiten aan bij de verstilde hitte en het trage ritme van het platteland. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk in een zin als:

Ik voelde al heel lang de behoefte om aan mijn familie te ontkomen en volwassen te worden, de volledige zeggenschap te krijgen over mijn eigen leven, maar die aandrang was inmiddels zo sterk dat ik bang was op de vlucht te zullen slaan voor iedereen met wie ik een te hechte band kreeg, tot dat vluchtgedrag een manier van leven werd en ik met niets anders meer genoegen nam.

De zorgvuldig gekozen woorden en de lange, complexe cadans van de zin geven het proza een reflectief, melancholisch karakter, waarbij emoties sluimeren in ondertoon en suggestie. Voor sommige lezers vormt juist dat de kracht terwijl anderen het eerder als vlak en gereserveerd zullen ervaren.

Belangrijk is dat Het zuiden vooral functioneert als het eerste deel van een serie. Personages worden neergezet, thema’s breed aangesneden, maar een echte climax ontbreekt. Het is de vraag of de volgende delen de belofte van dit fundament kunnen waarmaken en de emotionele diepte toevoegen die hier nog grotendeels wordt opgespaard.

Het zuiden is dus een ingetogen, atmosferisch begin van een omvangrijk familie-epos. Het boek schept verwachtingen, maar laat de lezer nog wel met een zekere leegte achter. Het vervolg moet uitwijzen of Tash Aw zijn ambitie kan vertalen in de grootse, indringende familiekroniek die hier in de kiem aanwezig is

Deel Bevlogen Letteren