Boekrecensies

In haar nieuwe roman heeft Bette Adriaanse een overvloed aan thema’s verweven.

Het is ongebruikelijk om te debuteren met een Engelse roman, maar de Amsterdamse Bette Adriaanse (1984) heeft dit gedaan. Haar roman Rus like everyone else (2015) werd met veel lof ontvangen in de Verenigde Staten en is later vertaald naar het Nederlands onder de titel Post voor Rus Ordelman. Naast schrijven is Adriaanse ook beeldend kunstenaar en mede-oprichter van TRQSE, een collectief van kunstenaars en wetenschappers die samenwerken om maatschappelijke vraagstukken onder de aandacht te brengen.

De tweede roman van Adriaanse, getiteld Wat van mij is (2023), behandelt ook maatschappelijke thema’s. Het verhaal draait om twee personages die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken hebben. Luis Sol is een teruggetrokken dertiger die als afwasser in een snackbar werkt. Hij worstelt met zijn jeugd en probeert door zijn keuze voor meubels in zijn geliefde appartement en in zijn kleding te laten zien dat hij meetelt in de samenleving. Tegenover Luis staat de stijlvolle, intellectuele professor William Rose. Hij komt uit een welgestelde familie en wil graag het appartement van Luis bezoeken, omdat zijn vader daar heeft gewoond. Op dubieuze wijze dringt de oude man zich op en al snel wordt duidelijk dat hij mogelijk meer recht heeft op het huis dan Luis. De lezer wordt geconfronteerd met de vraag wat rechtvaardig is in deze situatie en welk belang eigendom heeft voor iemands identiteit.

‘Het waren simpele uitwisselingen, zonder betekenis, maar ze maakten hem sentimenteel. Om iemand te hebben die je succes wenst, die aan jouw kant staat. Iemand die ‘s avonds ‘slaap lekker’ zegt, iemand die ‘gezondheid’ zegt als je niest.’

Adriaanse heeft een intrigerend uitgangspunt ontdekt voor haar roman. De kwestie eigendom gaat niet alleen om het huis van Luis, maar ook om de vraag of we niet te veel gehecht zijn aan onze bezittingen. Hoewel de schrijfster waarschijnlijk niet als doel had om haar roman een politiek tintje te geven, is dit wel duidelijk aanwezig in het verhaal. In hoeverre beïnvloedt het kapitalisme ons en onze drang om steeds meer te kopen? Kunnen we zelfs concluderen dat we onze identiteit verliezen door zoveel mogelijk spullen te bezitten? Deze vragen geven het verhaal diepgang.

Er zijn echter nog andere thema’s die besproken moeten worden, zoals de vraag wat rechtvaardigheid inhoudt en of het hebben van een ’thuis’ te maken heeft met een specifieke geografische locatie of juist met sterke familiebanden. Adriaanse heeft in feite een roman geschreven vol met diepgaande gedachten en gebruikt taal als gereedschap om de emoties van de personages over deze onderwerpen uit te drukken. Het is ambitieus en kan in veel gevallen goed uitpakken, maar in haar roman voelt het ‘overladen’ aan en wordt de lezer overspoeld met een soort literair engagement dat niet noodzakelijk is voor de kracht van het verhaal.

Het is daardoor ook lastig om de roman te duiden. Het verhaal begint als een soort literaire thriller, gaat verder als een roman met wisselende perspectieven die filmisch aanvoelen, en eindigt met een bijna waarschuwende boodschap. Het is simpelweg te veel om bij te houden. Adriaanse heeft dus, als kunstenaar, geprobeerd om de mens te portretteren, maar dit is een onmogelijke taak. Menselijke verhalen zijn namelijk altijd groter dan wat in één roman past.

 

Auteursrecht Anna Husson.

Deel Bevlogen Letteren