Boekrecensies

Ana Iris Simón omarmt in Feria klakkeloos de clichés over Spanje.

Het boek Feria van Ana Iris Simón (1991) heeft een opvallende invloed gehad op de Spaanse samenleving. Zelfs de leider van de rechtse partij Vox hield het boek vast tijdens een debat, wat resulteerde in discussie in het publieke debat. Het is zeer waarschijnlijk dat Spaanse jongeren zich sterk kunnen identificeren met Simons verhaal. Als jonge twintiger denk je vaak dat je jouw eigen identiteit en vrijheid kunt ontdekken in de stad. Maar al snel besef je dat je niet kunt worden wie je bent door simpelweg cappuccino’s te drinken, laat uit te gaan of Netflixseries te ‘bingewatchen’ met vrienden. De jonge Simon neemt daarom de beslissing om terug te keren naar het platteland en weer verbinding te maken met haar familietradities. Haar boek Feria vertelt dit verhaal over de terugkeer.

Op mijn vraag waarom communisten het woord Spanje blijkbaar niet zonder schaamte in de mond kunnen nemen antwoordde hij helemaal niet, of met de eeuwige tegenvraag wat Spanje dan was, waarop ik zei dat Spanje die vraag was, omdat er niets Spaanser is dan je afvragen wat Spanje is en wie wij Spanjaarden zijn, en zelfs of er wel zoiets bestaan, of we bestaan.’

De hoofdstukken over Simons familie voelen nostalgisch en ontroerend aan. Echter, de passages waarin de schrijfster haar standpunten over Spanje probeert te verdedigen, zijn minder overtuigend. Het boek bevat talrijke beweringen, zoals dat het vroeger beter was en dat de emancipatiebeweging voor vrouwen in Spanje gefaald heeft. Helaas worden deze stellingen niet goed onderbouwd door Simon. Ze baseert zich voornamelijk op haar eigen ervaringen en die van haar familie om haar grote beweringen te ondersteunen. Dit geeft het boek soms het gevoel van een slecht geschreven artikel van meer dan tweehonderd pagina’s, geschreven door een cultuurjournalist die niet goed geïnformeerd is. Als je ’s avonds de straat op gaat en aan een gemiddelde Spanjaard vraagt naar zijn mening, zul je verschillende perspectieven horen. Het hedendaagse Spanje blijft namelijk verdeeld, iets wat Simon lijkt te ontgaan.

De schrijfster beweert dat haar boek een eerbetoon is aan het platteland en een terugkeer naar de oorsprong van Spanje vóór de invoering van de euro, maar slaagt er helaas niet in deze belofte waar te maken. Simon negeert namelijk volledig de daadwerkelijke problemen waarmee Spanje op dit moment kampt. Waarom richt zij zich niet op de harde realiteit van het ‘goede’ plattelandsleven? Waarom worden groepen die afwijken van wat als normaal wordt beschouwd in de Spaanse samenleving genegeerd? Bovendien lijkt Simon geen onderscheid te maken tussen economische vooruitgang en sociale vooruitgang, iets wat wel degelijk in de samenleving speelt. Het verhaal blijft hierdoor te eenzijdig en biedt geen accuraat beeld van Spanje anno 2023.

Ik was getuige van het einde van Spanje, van het einde van de uitzonderlijkheid. En ik had het niet door.’

Bovendien zijn de pogingen om lyrische passages over het plattelandsleven te combineren met eenvoudige spreektaal onhandig en resulteren in een frivole en sjofele mix. Alle credits gaan naar vertaler Trijne Vermunt. We zijn gewend dat ze goed werk aflevert en haar vertaling van Feria is dan ook uitmuntend. Je zou haast kunnen zeggen dat de Nederlandse vertaling stilistisch beter is dan het origineel. Al met al leest dit boek als een slecht pamflet, waarin zowel kritiek wordt geuit op de Satisfyer (seksueel product) als op het politieke activisme van jongere generaties. Het juichen voor een traditioneel Spanje, zoals Simon dat doet, is achterhaald.

 

Auteursrecht Anna Husson.

Deel Bevlogen Letteren