Boekrecensies

Nelleke Zandwijk blijft zich in haar nieuwe roman richten op de thematiek van een absurdistische familiegeschiedenis.

Het schrijven van romans waarin familiebanden centraal staan is al jarenlang gebruikelijk. Wat deze romans zo mooi maakt, is dat je als lezer een band kunt opbouwen met de personages, zelfs nadat je het boek hebt uitgelezen. Ook in het werk van Nelleke Zandwijk (1961) komen belangrijke gebeurtenissen binnen gezinnen en families aan bod. In haar roman De dag van de jas (2001) staat een eigenaardige tweeling centraal. Pierenland (2009) gaat over hoe iemand omgaat met het verlies van zijn moeder en in Het mooiste verhaal van mijn familie (2018) schetst de schrijfster opnieuw een familie die geen geluk kent.

In haar nieuwe roman, getiteld De zomer van de onwaarheden (2023), blijft Zandwijk trouw aan het thema van familieproblematiek. Het verhaal draait om een jonge naamloze vertelster die te maken krijgt met een zwijgzame vader, een moeder die er alles aan doet om de familie in aanzien te laten groeien, en een zus die lijkt te hebben bereikt wat ze wilde. Ondertussen verlangt de vertelster naar het leven in de stad en probeert ze haar eigen weg te vinden. Maar dit blijkt geen gemakkelijke opgave wanneer je voortdurend geconfronteerd wordt met de bizarre geschiedenis van je eigen familie.

‘Het komt me steeds vaker voor dat dit de zomer van de onwaarheden was. De zomer waardoor voortaan alles anders werd, waarin we allemaal een afslag hadden genomen waarvan geen terugkeer mogelijk was. Ik kwam gevangen te zitten in een onzichtbare cocon. Alsof ik in mijn eigen minionderzeeër door de rest van mijn jeugd zwierf, waarin ik verdwaalde, de weg weer terugvond en weer verdwaalde. Een doler was ik.’

Ondanks dat de roman de indruk wekt een coming-of-age-verhaal te zijn, maakt de hoofdpersoon eigenlijk maar weinig persoonlijke groei door. Haar identiteit wordt voornamelijk gevormd door haar ontmoetingen en relaties met anderen. Ze beschouwt zichzelf als onvoltooid, terwijl ze haar zus bewondert die schittert op ‘luxepapier’. Ze hoopt dat mensen ‘iets zien’ in haar, maar eigenlijk is ze vooral bezig met het bewonderen van anderen die het beter hebben en besteedt ze dus weinig aandacht aan haar eigen levenspad. Dit beeld wordt versterkt door de verteller, die continu doorgaat met herhalende gedachtegangen die niet echt ingaan op wat de hoofdpersoon werkelijk meemaakt. Het resultaat is een nogal verwarrende hoofdpersoon zonder veel diepgang.

Is het een probleem dat Zandwijk de lezers een vlak hoofdpersonage presenteert? Nee, maar dan moet de roman wel andere kwaliteiten hebben. De plotontwikkeling kan echter ook geen redding bieden, aangezien het boek door de overvloed aan anekdotes uit het leven van de hoofdpersoon geen duidelijke verhaallijn heeft. Wat krijgt de lezer dan? Veel humor. Zandwijk voegt woordgrappen, lachwekkende wendingen en eindeloze absurde gedachtegangen toe aan het verhaal. Maar hierbij is de vraag hoeveel van deze humor de lezer kan verdragen voordat het te veel wordt.

De roman blijft oppervlakkig doordat het geen specifiek idee vertegenwoordigt en weinig te bieden heeft qua plot. Zandwijk had het verhaal meer kracht kunnen geven door bijvoorbeeld de impact van de arme afkomst van het hoofdpersonage of het gebrek aan richting in haar leven te beschrijven. Bovendien krijgt de lezer geen kans om een band met de hoofdpersoon op te bouwen, omdat haar ontwikkeling te vlak is. Ondanks dat Nelleke Zandwijks nieuwe roman vermakelijk is, maakt het dus weinig indruk.

 

Auteursrecht Anna Husson.

Deel Bevlogen Letteren